Er wordt tegenwoordig veel gepraat over roomcurves. Daar worden dan gestandaardiseerde steady-state frequentie response grafieken mee bedoeld. Het idee is om middels een equalizer de response van een systeem gelijk te maken aan zo'n gestandaardiseerde curve. Al jaren ben ik voorvechter van het gebruik van DSP om de geluidskwaliteit te verbeteren, maar deze benadering schiet in mijn optiek zijn doel voorbij.
Het probleem is dat twee systemen met dezelfde steady-state curve, totaal verschillend kunnen klinken. De steady-state curve houdt slechts heel losjes verband met wat we horen. Voorbeeld: een curve die gelijkmatig 5 dB afvalt van 20 hz tot 20 khz kan te helder klinken in een grote gedempte huiskamer met een grote luisterafstand, maar veel te dof in een near-field luisteromgeving. Het is simplistisch gedacht dat een enkele curve de klank zou kunnen beschrijven. Het idee komt niet bij experts vandaan, maar mogelijk bij de marketingafdelingen van sommige bedrijven.
In het midden en hoog hoor je het directe geluid, vroege reflecties, late reflecties en galm. Het is een complex samenspel dat helaas niet te vangen is in een simplistische steady-state curve. Welk van deze aspecten dominant is in wat je hoort, hangt af van de frequentie (hoe hoger, hoe belangrijker het directe geluid) en van het precieze signaal (bevat het signaal veel transiënten, dan vallen late reflecties en galm bijvoorbeeld meer op dan bij langzame muziek). Wil je dit gebied goed krijgen, zorg dan dat:
- De verhouding direct/indirect okay is (dit is ook smaakafhankelijk). De vrijheidsgraden die je hebt zijn de luisterafstand, de mate van richtwerking van de luidspreker en de reflectiviteit van de ruimte.
- Het directe geluid een vlakke frequentiecurve heeft. Neem een accurate luidspreker.
- De vroege reflecties een frequentiespectrum hebben dat lijkt op het directe geluid. Daarvoor heb je een luidspreker met een goed afstraalgedrag nodig. Bovendien wil je dat reflecterende oppervlakten in je ruimte de klank niet overmatig kleuren door bepaalde frequenties meer te verzwakken dan andere.
- Vroege reflecties liefst niet al te vroeg komen. Zeer vroege reflecties zorgen voor versmering van details en imaging en kunnen bovendien kleuring veroorzaken. Dit doe je met name door goed na te denken over de plaatsing van de luidsprekers, het afstraalgedrag en de mate van richtwerking van de luidspreker, bepalen van de luisterpositie en door ervoor te zorgen geen reflecterende in het directe geluidspad van luidspreker naar luisteraar te hebben.
- Late reflecties en galm niet overheersen. Sterke late reflecties kunnen echo's en flutters veroorzaken. Die wil je echt niet horen. Als de akoestiek afdoende gedempt is zodat vroege en late reflecties onder controle zijn, dan is galm sowieso al geen probleem meer. De luidspreker heeft invloed op het spectrum van galm en late reflecties (je wilt een luidspreker met een gelijkmatige power-response), maar om deze aspecten goed te krijgen moet je het toch vooral zoeken in de akoestiek
Met DSP kun je in dit gebied eigenlijk weinig uithalen. Als je al dingen kunt doen, dan nog is dat heel lastig te doen op basis van een steady-state response. Je zult het probleem moeten identificeren en dan gericht moeten aanpakken. Het maakt bijvoorbeeld nogal uit of een dip in de steady-state response wordt veroorzaakt door kamfiltering van een vroege reflectie of een fout in het luidsprekerontwerp. In beide gevallen zal vullen van de dip middels EQ niet de optimale oplossing zijn.
In het laag hoor je resonanties, staande golven. De klank wordt verrassend goed beschreven door de steady-state response. Is de response vlak, dan heb je strak laag. Zo simpel. Dit is het gebied waar DSP voor enorme verbeteringen kan zorgen. Zoals door anderen al gezegd, zijn wij als mensen gewend om in ruimtes te luisteren en ruimtes versterken het laag meer dan het hoog. Een compleet vlak gemaakte response in het laag klinkt daarom voor de meeste mensen te dun. De meeste mensen geven de voorkeur aan een laagweergave die onder pak 'm beet 200 hz een paar dB oploopt. Het is aan smaak en gewenning onderhevig. Daarom zou ik iedereen aanraden hier mee te experimenteren en het op een gegeven moment laten voor wat 't is.
Het lastige tussengebied, waar alles een rol speelt. Het lastigste gebied zit tussen het laag (waar staande golven dominant zijn) en het midden (waar reflecties regeren) - in de literatuur wordt dit vaak de transition region' genoemd. Er is een overgangsgebied waar wat je hoort een combinatie van alle facetten is. In de meeste ruimtes hebben we het dan over frequenties tussen pak 'm beet 100 en 500 hz. In dit gebied heb je te maken met resonanties, maar zijn vroege reflecties en Speaker Boundary Interference (SBIR) ook heel belangrijk. Als je met je luidsprekers gaat schuiven om de juiste plek te vinden, is dit het gebied waar de grootste effecten zichtbaar zijn. In dit gebied kan DSP effectief ingezet worden om de klank te verbeteren, maar je moet het heel gericht doen. Je moet eigenlijk weten waardoor een piek of dal wordt veroorzaakt om te bepalen of, en zo ja in welke mate, het met DSP opgelost kan worden. Ook hier zou ik niet adviseren om rücksichtslos naar een doelcurve toe te werken EQ'en. Begin met een luidspreker die goed met SBIR omgaat of plaats een traditionele luidspreker mooi vrij, gebruik DSP voor het puntje op de i.
Aan diegenen die dit net zo interessant vinden als ik kan ik
Sound Reproduction van Floyd Toole aanbevelen. Hen die dit ook interessant vinden maar niet de zin of de tijd hebben om het boek te lezen, kan ik
The Measurement and Calibration of Sound Reproducing Systems van hem aanraden. Of kijk deze video:
https://www.youtube.com/watch?v=zrpUDuUtxPM.